Waarom de Oculus Rift zo duur is geworden

De virtualrealitybril Oculus Rift blijkt veel duurder dan verwacht. Wat is er gebeurd?

Waarom de Oculus Rift zo duur is geworden

De virtualrealitybril Oculus Rift blijkt veel duurder dan verwacht. Wat is er gebeurd?

šŸ’”
Dit artikel verscheen eerder op Gamer.nl.

De Rift moest tussen de 200 en 400 euro kosten. Dat vertelde Oculus-ceo Palmer Luckey in 2014 in een interview met Eurogamer. Daarmee zou de consumentenversie ongeveer even duur worden als de ontwikkelaarskit die Oculus verkocht.

Veel duurder mocht het van Luckey niet worden, dat zou klanten alleen maar afschrikken. "Als iets 600 dollar kost, maakt het niet uit hoe goed de ervaring is. Als men het niet kan betalen, dan hoeft het eigenlijk niet te bestaan", vertelde hij in 2013 aan AllThingsD.

Een pijnlijke uitspraak, want tweeƫnhalf jaar later blijkt dat de Rift wel degelijk dat prijskaartje krijgt. Amerikanen betalen 599 dollar voor de vr-bril en hier in Nederland liggen de kosten nog hoger: 699 euro, of 741 euro met verzendkosten. Luckey komt daarmee terug op alles dat hij in 2013 en 2014 heeft gezegd, al claimt hij daar een reden voor te hebben.

De beste willen zijn

Oculus wilde eerst een aangepaste versie van de Developer Kit 2 verkopen aan consumenten, aldus Luckey tegenover Polygon. Die bril zou de eerder genoemde prijs krijgen, maar was technisch nog niet waar Luckey op hoopte. Zo lag de framerate lager dan nu het geval is, was de resolutie niet optimaal en zorgde de verversingssnelheid bij sommige mensen voor een flikkerend scherm.

Toen Oculus door Facebook werd overgenomen, besloot het bedrijf onderzoek te doen naar een betere bril, met zelfontworpen schermpanelen. Eerdere Rifts gebruikten hardware die ook in smartphones zit, maar Luckey wilde samen met Facebook speciaal voor vr gemaakte onderdelen maken.

Dat bleek veel duurder te zijn, vertelt Luckey aan Polygon. ā€œHet kost een stuk meer om de beste vr-bril te maken, in plaats van een goede vr-bril. Uiteindelijk besloten we ons te richten op kwaliteit in plaats van kosten."

Dat de zelfgemaakte onderdelen van Oculus duurder zijn, is te begrijpen. De eerdere smartphoneschermen en -sensoren aanwezig in eerdere Rifts, werden al in grote getale geproduceerd voor nieuwe telefoons, waardoor de kostprijs vrij laag was. De nieuwe Rift-onderdelen zijn daarentegen exclusief voor Oculus gemaakt.

Oculus zegt niets te verdienen aan de verkoop van de Rift. De bril wordt verkocht voor de kostprijs, met daarbij ook twee games en een Xbox One-controller. Op die manier wil Oculus (en daarmee Facebook) virtual reality een gemeengoed maken - al staat de prijs dat volgens critici wel in de weg. Vr blijft echter niet zo duur: Luckey heeft meermaals op Twitter aangegeven dat hij in de komende jaren vr betaalbaar wil maken voor iedereen. "Vr zal eerst iets zijn wat iedereen wil, voordat iedereen het kan betalen", aldus Luckey.

Hoe ambitieus Luckey ook is: de prijs van de Rift staat in schril contrast met zijn eigen uitspraak in 2013. Heeft hij er echt goed aan gedaan door een premiumversie te maken en niet de eerder geplande goedkope bril te verkopen? Dat moeten de verkoopcijfers gaan bewijzen. Luckey zegt op Twitter in elk geval blij te zijn met de verkoopcijfers.

Of Facebook ook dicht op de verkoopcijfers zit, is een tweede vraag. Het sociale netwerk lijkt niet de ambitie te hebben om snel geld te verdienen aan hardware, maar wil in plaats daarvan virtual reality groot maken.

Hoe duur wordt de concurrentie?

Wie hoopt dat concurrenten zoals PlayStation VR en de HTC Vive goedkoper worden, kan bedrogen uitkomen. Omdat de Rift wordt verkocht voor de kostprijs, kan de concurrentie misschien zelfs duurder worden. Sony en HTC leggen de lat misschien niet zo hoog als Oculus qua zelfontworpen onderdelen, maar beide brillen hebben extra, duurdere hardware.

Zo komt de PlayStation VR met een losse GPU om te helpen met het renderen van beelden, terwijl de HTC Vive extra sensoren heeft om je kamer te scannen. De financiƫle cijfers van HTC dalen bovendien, waardoor het bedrijf niet de ruimte heeft om verlies te maken op de Vive.

Dat gezegd hebbende: Sony en HTC moeten beide nog een prijs bekendmaken. En met zoveel online klachten over de concurrent, is het wellicht aantrekkelijk voor die bedrijven om net onder de 700 euro te gaan zitten.