En zo begon het: 40 jaar Pac-Man

Wie in de jaren tachtig een highscore vestigde met Pac-Man, was de held in de lokale speelhal. Het was de tijd vóór Nintendo en het thuisgamen.

En zo begon het: 40 jaar Pac-Man

Vroeger werd er vooral buiten de deur gegamed, op hoge computerkasten in arcadehallen. Populair was het spel Pac-Man, veertig jaar geleden op 22 mei 1980 geïntroduceerd in Japan. Voor een gulden kreeg je een aantal levens, waarna je met een happend bolletje zo snel mogelijk de pitjes op het scherm moest oppeuzelen. Raakte je een spookje, dan was je af. Doel: het vestigen van een highscore in de ranglijsten van je lokale hal.

💡
Dit artikel verscheen eerder in NRC Handelsblad.

Het brein erachter is de Japanner Toru Iwatani. Hij wilde eerst flipperkasten maken, maar zijn werkgever Namco zag meer in de digitale markt. Iwatani was teleurgesteld in de games van die tijd: allemaal dood en verderf, met nadruk op oorlog en ruimtevaart. Hij besloot tot iets heel anders. Met de games Gee Bee en Cutie Q boekte hij geen succes, maar met Pac-Man was het raak. Een game die trouwens bijna Puck-Man had geheten, maar op het laatste moment een naamswijziging kreeg. Uitgever Namco was bang dat eigenwijze pubers de letter P op arcadekasten zouden veranderen in een F.

Gamers hebben nog jarenlang gestreden om de hoogste highscore in Pac-Man.

De piek werd bereikt toen Amerikaan Billy Mitchell eind jaren negentig een score van 3.333.360 punten neerzette. Dit aantal krijg je bij een perfect potje – en kan daarom niet worden geëvenaard.

Mitchell heeft ook wereldrecords in de arcadeklassieker Donkey Kong op zijn naam, maar deze zijn omstreden. Volgens de instantie die highscores bijhoudt gebruikte de gamer aangepaste hardware, die als een soort virtuele steroïden hem een extra zetje kon geven. Eén van zijn records is daarom geschrapt, waarna Mitchell naar de rechter stapte. Hij vreest dat de maatregel hem afschildert als valsspeler.

Ook populair bij vrouwen

Simpliciteit stond voorop: een geel rondje met een mondje, gebaseerd op een pizza minus één punt. Het schattige ontwerp, spookjes incluis, moest ook vrouwen aanspreken. In tegenstelling tot al die schietgames. Hoewel Pac-Man het in thuisland Japan matig deed, waren de speelmachines niet aan te slepen in het Westen. In de VS werd Pac-Man de meest gespeelde game. Er werden 400.000 arcademachines met deze game verkocht, een record. Zo’n Pac-Man-kast kostte 2.400 dollar. De game deed het ook goed op vroege thuiscomputers: de Atari 2600-versie werd 7 miljoen keer verkocht.

Verlaten arcadehallen

En toen kwam Nintendo’s eerste spelcomputer, die gamers weghield van arcadehallen. Pac-Man stak net te simpel in elkaar voor de nieuwe generatie thuisgamers. In 1999 bracht Namco nog het 3D-avonturenspel Pac-Man World uit, maar de verkoop viel tegen. Inmiddels zien we Pac-Man alleen nog voorbijkomen in nostalgische heruitgaves. Toru Iwatani heeft daar amper nog iets mee te maken gehad: de ontwerper verliet vijftien jaar geleden zijn werkgever, zodat hij fulltime gamedesignlessen kon gaan geven aan een universiteit.

In 2007 verscheen een vervolg op Pac-Man dat exact hetzelfde speelde, volgepompt met beelden uit de jaren tachtig en bijbehorende geluidseffecten. Hetzelfde was het geval met de in 2015 uitgebrachte game Pac-Man 256, die de oude formule in een smartphonemal probeerde te gieten. Een game die stiekem helemaal niet meer op Pac-Man lijkt, maar toch nog een beetje als die oude klassieker voelt. Een gevoel dat Namco veertig jaar na dato nog steeds bij een generatie gamers weet op te wekken.

De veertigste verjaardag van Pac-Man wordt in Nederland uitgebreid gevierd.

Het Amsterdamse bedrijf Cook & Becker mag bijvoorbeeld de illustraties van de afgelopen veertig jaar bundelen in een officieel koffietafelboek over de gele happer, dat voor het einde van 2020 uitkomt.

Deze moet een idee geven van hoe de game precies tot stand kwam en in beeld werd gebracht, en wat de invloed van het personage op de moderne gameswereld is.